Voorkom Onnodig Verzuim

Hoe maak je de inzet van een bedrijfscounselor bespreekbaar?

Bedrijfscounselling is een vorm van psychosociale hulpverlening gericht op het verbeteren van het functioneren op de werkplek, rekening houdend met de hele persoon. Zowel de leefsituatie, de persoonlijkheid als eventuele lichamelijke of psychische klachten. Problemen thuis of op het werk staan niet los van elkaar. Aan de ene kant beïnvloeden ze elkaar. Aan de andere kant kunnen ze dezelfde oorzaak hebben (zoals bijvoorbeeld moeilijk grenzen kunnen stellen of te perfectionistisch zijn). Door problemen in onderling verband te zien en te kijken naar achterliggende oorzaken worden deze grondiger aangepakt.

Een bedrijfscounselor is een psychosociale hulpverlener die je kan helpen (weer) optimaal te functioneren. Maar hoe kaart je als werknemer aan dat je dat graag wilt? Zonder dat je leidinggevende denkt dat het helemaal niet goed gaat of je geen vertrouwen in hem of haar hebt.
Of hoe zeg je tegen je werknemer dat je denkt dat het wat voor hem of haar is? Zonder dat de werknemer denkt dat hij ontslagen gaat worden.

Wij[1] zijn (register) bedrijfscounselors en wij ervaren dagelijks wat counseling voor mensen kan opleveren. We gunnen dat iedereen. Daarom willen we de gesprekken om bedrijfscounseling aan te kaarten makkelijker maken.

Ben je werknemer en denk je dat het jou verder kan helpen? Of ben je leidinggevende en denk je dat het je medewerker (en indirect de werkomgeving) verder kan helpen?

Op deze manier ga je het gesprek met elkaar ontspannen aan:

Voorkom onnodig verzuim, door betrokkenheid, verbinding en daadkracht!

Voorkom onnodig verzuim, door betrokkenheid, verbinding en daadkracht! Counseling is een effectief instrument.

Werkgever; bedrijfscounseling voor de werknemer

“Wij zijn blij met jou als werknemer en willen graag dat je goed in je vel blijft zitten. Ik heb het gevoel dat wat ondersteuning je wellicht zou kunnen helpen. Een bedrijfscounselor biedt een persoonlijk traject. Daarin geef je zelf aan wat je wilt bereiken. Je kunt dus helemaal zelf bepalen waar je behoefte aan hebt”.

“Naar aanleiding van ons (functionerings)gesprek waarin we een paar verbeterpunten hebben besproken, wil ik je de mogelijkheid van begeleiding aanbieden. Het helpt je om inzicht te krijgen in wat er gebeurt, zodat je voor jezelf de juiste keuzes kunt maken”.

“Ik merk dat de veranderingen die we met het bedrijf doorgaan, je veel energie kosten. Dat merk ik aan [vertel het gedrag dat je ziet]. Ik heb zelf eigenlijk niet direct een oplossing voor handen om de situatie te kunnen beïnvloeden. Wat ik wel kan doen, is je de mogelijkheid bieden om eens met iemand in een vertrouwelijke setting te spreken over jouw beleving. En te onderzoeken wat je nodig hebt en zou kunnen doen om die energie positief te beïnvloeden”.

Ben je werkgever van een (klein) MKB-bedrijf en is sprake van een langduriger spanningsvolle situatie met een medewerker? Dan kun je zeggen:
“Ik merk dat er spanning tussen ons is telkens als we in gesprek gaan en dat het ons niet lukt om hier uit te komen. Misschien is het een idee als we de hulp van een externe counselor inroepen, die eerst met ons afzonderlijk spreekt en ons vervolgens kan helpen om deze situatie positief te veranderen”.

Je kunt in alle gevallen afronden met: “Ik ben bang dat als we de situatie zo laten voorbestaan, dit uiteindelijk negatieve gevolgen heeft voor ons allebei”.

Werknemer; bedrijfscounseling voor jezelf

“Ik krijg het gevoel dat de rek er wat uit raakt. Nu gaat het nog redelijk goed, maar ik denk dat als ik nu niet verander dat misschien straks niet meer zo is.”

“Het lijkt wel of ik wat dreig vast te lopen in de dingen die allemaal op mijn bordje liggen. Ik zie tussen de bomen soms het bos niet meer en dat kost me enorm veel energie. Ik merk dat ik behoefte heb aan iemand die mij helpt om effectiever met problemen om te gaan en me ondersteunt bij het onderzoeken van oplossingen. Is het mogelijk dat ik hiervoor vanuit de werkgever financiële ondersteuning krijg”?

“Ik heb gelezen dat een bedrijfscounselor je helpt beter te functioneren. Zij zijn gespecialiseerd in alle vraagstukken rond werk en privé. Ze gaan dieper in op de situatie, nemen alles in ogenschouw en helpen mij mijn beste versie te worden. Ook vind ik het prettig dat ze onafhankelijk zijn”.

“Bij een bedrijfscounselor kan ik de blokkade die ik voel concreet aanpakken. Dat zullen jullie op het werk ook gaan merken. Ik denk dat ik beter in mijn vel kom te zitten en dan beter functioneer”.

Werknemer; bedrijfscounseling op de afdeling

“Ik merk dat we op onze afdeling veel of regelmatig ziekteverzuim hebben. Dat vind ik vervelend voor de zieken, maar drukt ook zwaar op degenen die doorwerken. Ik heb het gevoel dat als we hier nu niets aan doen, dit een neerwaartse spiraal wordt.

Ik heb gehoord van een bedrijfscounselor die met mensen en eventueel met teams aan de slag gaat om hen productief aan het werk te houden waar nodig, en verzuim te verkorten waar mogelijk. Zij versterkt mensen door diepgaande en vertrouwelijke gesprekken, waarbij je echt tot de kern komt, zodat kan veranderen wat moet veranderen bij mensen om effectief te kunnen functioneren.

Veel verzuim ligt op psychisch vlak. Zeker na een periode van extra (door ziekteverzuim) of intensief werk is de kans op psychische klachten groter. Als we eerder ingrijpen, kunnen we een toename voorkomen. En daarmee ook extra druk op het team”.
Een bedrijfscounselor kan samen met een werknemer, een werkgever, maar ook met een team, kijken wat er nodig is om het werk beter werkbaar te maken en optimaal te functioneren.

Wat is het verschil met andere hulpverleners?

Een counselor heeft kennis van psychosociale problematiek, psychologische interventies, organisatieculturen en psychologische gespreksvoering. De kern van die gesprekstechniek is dat de zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Geen advisering maar iemand zelf krachtiger maken en te leren beter om te gaan met problematieken in het werk- en privéleven. Daardoor heeft counseling een therapeutische werking.

Een bedrijfscounselor heeft wél toegang tot kwetsbaar gebied. Mits vrijwillig, vertrouwd en vertrouwelijk.

Een bedrijfscounselor heeft wél toegang tot kwetsbaar gebied. Mits vrijwillig, vertrouwd en vertrouwelijk.

Meer informatie?

Wil je meer informatie over waar wij bij kunnen helpen? Neem gerust vrijblijvend contact op.

Of download hier de brochure voor werknemers: counseling op het werk.

Heb je na het lezen van onze tips een situatie voor ogen waarbij bedrijfscounseling een goede interventie geweest zou kunnen zijn, of waarbij het is ingezet? En wil je dit met anderen delen? Dat kan hieronder. We kunnen ons voorstellen dat informatie gevoelig ligt of herkenbaar kan zijn. Beschrijf het liefst zo algemeen mogelijk.

[1] drs. Esther Bergsma (regio Noord en Oost), Marieke Brands en Jennifer Hanenberg Elders (regio Midden, West en Zuid-West)

Voorkom Onnodig Verzuim

Waarom duurt burn-out zo lang?

Sonja van Zweden, oprichter van CSR Centrum, publiceerde een artikel over de bio-psychologische theorie van burnout in het Tijdschrift voor Psychotherapie. 
Carolien Hamming, algemeen directeur van het CSR Centrum voor stressmanagement, maakte er deze samenvatting van die ook in de Gezondheidskrant verscheen.

Chronische overbelasting en cumulerend hersteltekort leiden tot energetische uitputting en ontregelingen waardoor burnout ontstaat en voortduurt.

IMG_0836IMG_0889

Burnout duurt het langst van alle werkgerelateerde psychische klachten. Opvallend is ook de grote spreiding in duur van burnout: van drie maanden tot meer dan een jaar. Waarom duurt het herstel soms zo lang? Patiënten ogen niet ziek, maar kunnen maanden, soms jaren niet normaal functioneren. Thuis of in de werkomgeving snapt men dat niet, de artsen en therapeuten begrijpen het vaak niet en de patiënt zelf ook niet. Het enige wat je als patiënt zeker weet, is dat je niks (aan) kunt en nergens meer tegen kunt.

De huidige richtlijnen geven geen inzichten noch remedies voor stagnerend herstel of terugval na mislukte re-integratie. Door de biologische (stress)mechanismen bij het verklaringsmodel te betrekken, ontstaat een completer beeld op het ontstaan en beloop van het ziektebeeld, waardoor begrijpelijker wordt waarom het soms zo lang duurt en hoe de behandeling hiermee rekening kan houden.

Ontstaan van burnout: een bio-psychologische verklaring
Voldoende rust en slaap van goede kwaliteit zijn noodzakelijk om goed te herstellen van de inspanningen van de (werk)dag. Het is een voorwaarde voor probleemloos functioneren de dag daarop. Iemand is overbelast wanneer zijn normale rust en slaap niet meer volstaan om volledig te herstellen van de geleverde inspanning. Dit lijkt een open deur, maar bij mensen die burnout zijn geraakt blijkt dat over een langere periode daarvoor de belasting (of stress) is gestegen, terwijl het biologische herstel tekort schoot. Om uiteenlopende redenen verbruikten zij dagelijks meer energie dan ze konden recupereren. Hun lichaam gaf wel signalen over de toenemende vermoeidheid en overbelasting, maar ze namen onvoldoende maatregelen (of konden onvoldoende maatregelen nemen) om het tij te keren.

IMG_0230IMG_0539

Door systematische overbelasting blijft het lichamelijk herstel in toenemende mate achter. Zo groeit een herstelschuld. Vergelijk het met dagelijks geld lenen bij de bank. Je reserves slinken en op een gegeven moment sta je rood. Nog afgezien van alle belasting of stressoren waar iemand dagelijks mee te maken heeft, leidt dit proces van groeiende herstelschuld tot een chronische stressconditie. Als oplossing voor de vermoeidheid gaat het stresssysteem namelijk automatisch harder werken, om het lichaam van de nodige energie te voorzien. Deze compensatoire stressreactie ervaren mensen meestal niet als ‘stress’, maar als ‘ik was moe, maar nu voel ik me energiek’.

Het proces van burnout raken is primair een lichamelijk proces, onder invloed van lichamelijke en psychologische stressoren, een groeiend hersteltekort en een chronische stressconditie. Het proces verloopt geleidelijk. Aanvankelijk is het gemakkelijk te stoppen en te keren door simpelweg de oorzaken weg te nemen: door de inspanning/stressoren drastisch te verminderen en het herstel te verhogen. Maar er zijn twee belangrijke kantelpunten waar de aard van het proces verandert en de symptomen toenemen.

Bij verwaarlozing van de eerste signalen treedt een eerste kantelpunt op, waarbij veranderingen in fysiologische systemen optreden die het lichaam herkent als de nieuwe ‘normaal-waarden’. Er is een autonoom voortschrijdend proces ontstaan dat zichzelf gaande houdt: een vicieuze cirkel. De klachten en symptomen nemen toe, de energie neemt verder af. Dit proces raakt zowel het mentale als het lichamelijke functioneren. Afhankelijk van de persoon heeft het effecten op het functioneren van het brein (zoals het aandachtssysteem, het werkgeheugen, de emoties), het immuunsysteem, het hart-vaatstelsel, of de spijsvertering.

Er is meer nodig dan rust alleen om het tij te keren. Dit proces gaat door tot het stressmechanisme zélf decompenseert: het tweede kantelpunt. ‘Plotseling’ gaat het niet meer.

In deze 3e fase ligt men emotioneel volkomen uit het lood, kan men 12 uur slapen zónder te herstellen, is het onmogelijk om een boek of tijdschrift te lezen, is zoiets simpels als ‘boodschappen doen’ een te grote opgave. Kort gezegd: eerst worden alle reserves uitgeput, dan treedt een ‘noodaggregaat’ in werking, tot dit ‘in zijn eigen staart bijt’ en vastloopt. De ervaring leert dat herstel voor mensen die deze omslag hebben bereikt onevenredig veel langer duurt dan voor mensen die nog (net) niet zijn gedecompenseerd, ook al zijn ze het omslagpunt heel dicht genaderd.

 

Factoren die het herstelproces bemoeilijken
Het ligt voor de hand om de verklaring van de lange herstelduur te zoeken in stagnatie van het herstelproces. Die treedt inderdaad regelmatig op, bijvoorbeeld wanneer de leefsituatie van de patiënt ongunstig is voor herstel. Denk aan drukke en overprikkelende omstandigheden, mentale of fysieke overbelasting, aanhoudende stressoren, enzovoort. Minder voor de hand ligt dat kenmerken van intrinsieke, biologische factoren van de burnout zélf de herstelduur beïnvloeden. We noemen de twee belangrijkste:

* Grote herstelschuld: mensen met burnout kampen met aanzienlijk achterstallig lichamelijk onderhoud. Het heeft tijd nodig om deze schuld in te lossen en vitaliteit op te bouwen. Dit betekent niet dat deze mensen ‘op de bank moeten gaan zitten’, maar wel dat zij gedrag moeten vertonen waardoor de herstelschuld daadwerkelijk afneemt (herstelgedrag). Door te intensieve sportbeoefening bijvoorbeeld (‘sporten is immers gezond’) kan de herstelschuld onbedoeld juist verder toenemen.

* Bio-psychologische veranderingen: Onder invloed van chronische stress treden veranderingen op in biologische regelkringen die zich kunnen aanpassen als de omstandigheden daarom vragen. Dit veroorzaakt ‘vicieuze cirkels’ die soms moeilijk te doorbreken zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld slaapstoornissen, stemmingsstoornissen en zelfs psychopathologische beelden ontstaan als gevolg van neuro-hormonale veranderingen. Ook het herstelvermogen zélf kan haperen. Het lichaam moet in de ‘herstelstand’ kunnen komen voordat er sprake kan zijn van daadwerkelijke regeneratie. Soms is dat lastig, door bijvoorbeeld een overwegende dominantie van de ‘actie-modus’ van het autonome zenuwstelsel.

IMG_0848

Conclusie
Chronische overbelasting en cumulerend hersteltekort leiden tot energetische uitputting en ontregelingen waardoor burnout ontstaat en voortduurt. Voor het genezingsproces is primair nodig dat het biologisch herstel zich goed kan ontwikkelen. Met de voortgang van het ziekteproces nemen de klachten toe en veranderen ook de benodigde therapeutische ingrepen. Zo heeft het geen zin mensen ‘te activeren’ wanneer er nog onvoldoende biologisch herstel heeft kunnen plaatsvinden. Dan werkt de beoogde leerprikkel als continuering van de overbelasting en dus contraproductief. Het moge duidelijk zijn dat bij de diagnostiek en de behandeling van burnout de biologische component een sleutelrol speelt, die niet genegeerd kan en mag worden.

IMG_0409

Auteur credits
Het volledige artikel is geschreven door Sonja van Zweden en is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Psychotherapie 1-2015. Carolien Hamming, algemeen directeur van het CSR Centrum voor stressmanagement, heeft dit artikel voor u bewerkt en samengevat.

Voorkom Onnodig Verzuim

Voorkom Onnodig Verzuim bij politiemensen

Voorkom Onnodig Verzuim bij politiemensen!

Hoe de Nuclear Security Summit mij leidde naar het belang van vertrouwenspersonen bij de Politie.

De afgelopen twee dagen bevond ik mij in het hart van de internationale zone, omdat ik daarin woon, werk en mijn kinderen daar naar school gaan. Het was de plek waar alle wereldleiders bijeen kwamen om te spreken over een veilige vernietiging van nucleair afval om zo te voorkomen dat dit afval in handen komt van mensen die er kwade bedoelingen mee hebben.
 
13.000 politiemensen uit het hele land verkeren vier dagen en nachten in Den Haag en omgeving. Hebben huis en haard verlaten om dit event voor iedereen zo veilig en goed mogelijk te laten verlopen. Dat vraagt nogal wat. Niet alleen qua organisatie thuis, maar zeker ook qua lichamelijke, mentale, sociaal emotionele en zingevingsvitaliteit.  Want: vitale politiemensen kunnen waakzaam en dienstbaar zijn! 

Maar hoe blijven zij vitaal? En wat is daarvoor nodig?
 Hoe zorg je dat trauma’s, hoge werkdruk of onvoldoende leiderschap geen langdurige spanningsklachten geven? En dat die geen overspanningsklachten worden? En die geen burnoutklachten? En die geen PTSS[1]-klachten?
 
Omdat ik mij twee dagen tussen politiemensen uit het hele land bevond, dacht ik: ik ga het ze eens vragen!

Politie
Bij het antwoord op de vraag Hoe blijf je vitaal? stond met stip op nummer één: Waardering en begrip van je leidinggevende.
“Hoe een team functioneert, hangt heel erg af van je chef”, zei iemand. “Het kan voorkomen dat je altijd dingen goed doet. Doe je het een keer minder goed of maak je een fout, dan ‘hang’ je gelijk”. Daar werd mee bedoeld dat het aan je blijft kleven, je hebt het gevoel dat men het je kwalijk blijft nemen. Maar politiemannen zijn ménsen. En geen mens is perfect. Onmogelijk. Ervan leren en weer met vertrouwen verder gaan. “We hebben allemaal dat schouderklopje nodig”. Een belangrijke bouwsteen voor zingevingsvitaliteit.

Ook hoorde ik: Werken aan verbinding met burgers. Daar viel het woord weer: verbinding. En dat is waar Voorkom Onnodig Verzuim voor staat. De verbinding met de burger wordt beter naarmate de verbinding met de leidinggevende beter is. Deze heren zoeken vanuit betrokkenheid na twee weken contact met slachtoffers na een inbraak. Om ze hun verhaal te kunnen laten doen, te vragen hoe het met ze gaat, waardoor ze in verbinding met de slachtoffers staan. Wat je krijgt, kun je geven. Is dat positief? Dan draagt dat bij aan de sociaal emotionele vitaliteit.

En ook vroeg ik: Wat is er voor nodig om vitaal te blijven?

Uit onderzoek[2] blijkt dat minstens 4.000 Nederlands agenten PTSS-klachten[3] hebben. De hoofdcommissaris van de Nationale Politie denkt zelfs dat het er nog meer zijn.

We spreken over in hoeverre een vertrouwenspersoon een rol speelt of kan spelen bij de politie. Is die aanwezig? Is de aanwezigheid er van ze bekend? Zouden ze er gebruik van maken? Iemand vertelt over een vertrouwenspersoon buiten de organisatie. Een ander zegt dat er een meldpunt is. En iemand geeft aan dat de chef er is om door te verwijzen. Daarnaast is er het Bedrijfs Opvang Team, om collega’s na een trauma of schokkende gebeurtenis op te vangen. Dat team bestaat uit daarvoor opgeleide medewerkers van de politie-organisatie. De algemene conclusie van de heren die ik sprak is wel, dat er de laatste jaren meer aandacht in de organisatie is voor burnoutklachten en klachten als PTSS en ook voor de behoefte aan (externe) vertrouwenspersonen.

Ik constateer echter dat de bekendheid van een vertrouwenspersoon per eenheid of zelfs per persoon verschilt. De een weet het niet, de ander weet het wel, maar weet eigenlijk niet precies wie het is en waar die te bereiken is. En of je daar anoniem naar toe kan of niet. Gek, eigenlijk. Want als je al zover bent dat je de noodzaak inziet van een stap naar een vertrouwenspersoon, dan wil je er niet over na hoeven denken waar of hoe je diegene kan bereiken. En je wilt al helemaal niet langs je leidinggevende hiervoor. Het kan namelijk nog steeds wel voorkomen, dat als je ‘de hulp van zo iemand nodig hebt’, er wordt gedacht dat je daardoor niet stabiel genoeg bent voor een bepaalde inzet of misschien wel promotie. Je wordt vreemd aangekeken. En wie wil dat? Ondanks klachten die maken dat je minder vitaal bent en daardoor je werk niet goed meer kunt uitoefenen, ga je toch gewoon maar weer door. En ondertussen leidt het werk en het gezin onder de situatie, die daardoor steeds erger wordt.

Het zal u niet verbazen dat ik van mening ben dat als je wel gaat, juist erger kan worden voorkomen. En de inzetbaarheid kan dan vaak met passende interventies op niveau gehouden worden. Of er kan worden ingegrepen, wanneer een professional constateert dat het onverantwoord is dat iemand zijn werk nog langer uitvoert. Op tijd adequate hulpverlening kan onnodig leed bij politiemensen én hun familie voorkomen.

Oog hebben voor de persoon
“Onze chefs komen uit de vorige generatie. Het is gewoon doorgaan! Als ónze generatie chef wordt, hebben we meer oog voor de persoon. En iedereen heeft een schouderklopje nodig”.
Dat oog voor de persoon en de impact ervan, dat werd me duidelijk toen een ‘stoere, grote ME-agent’ dinsdagavond opgewekt naar me toe kwam: “Jullie burgemeester heeft ons net bedankt voor onze inzet! Hij zei dat hij blij was met ons werk”! En door de oprechte blijdschap toen ik de heren in het koude donker een bak friet en thee kwam brengen. “Wat bent u lief” hoorde ik. Ik vond in de lege tas nog een aardig bedank-briefje, dat ik uit privacy-oogpunt voor mezelf houd.

Het zou zo mooi zijn als politiechefs hier ook het belang van inzien en het prioriteit kunnen geven. Dat het belang van betrokkenheid, verbinding en daadkracht helder wordt en het taboe op (het gebruik maken van) vertrouwenspersonen minder wordt. Dat je wordt gezien als stabiele vent, die bewust aan zijn vitaliteit werkt, zodra hij er gebruik van maakt. Iemand die zelf in staat is te constateren (meestal is het het thuisfront of de directe werkomgeving) dat het even minder goed of niet goed met hem of haar gaat, en daar op tijd de nodige interventies op zet, die moet een voorbeeld mogen zijn voor anderen.

Maar hij of zij moet wel de weg weten! Net als ieder ander in de organisatie. Een weg die bij voorkeur niet langs collega’s of chefs leidt. Wel rechtstreeks naar het doel: een vertrouwelijke omgeving teneinde (indien nodig) adequate en professionele psychosociale hulpverlening te kunnen bieden.

Want ook dat hoorde ik: “vertrouwelijk is soms niet vertrouwelijk”.


[1] Post Traumatische Stress Stoornis. Dat ontstaat niet door hoge werkdruk of onvoldoende leiderschap. Deze twee factoren kunnen echter adequate hulpverlening voor PTSS in de weg staan.

[2] Prof. dr. B.P.R. Gersons: Blauwdruk Mentale Zorg Politie

[3] Bron: Zembla, 13 februari 2014 http://zembla.incontxt.nl/seizoenen/2014/afleveringen/13-02-2014